Vergelijken is dodelijk, maar wat als je dagelijks geconfronteerd wordt met het verschil? Remus heeft door zijn autisme een ontwikkelingsachterstand en nu al lijkt het dat zijn kleine zusje hem inhaalt.
Vergelijken is dodelijk
Ik hou niet van vergelijken, ik probeer het zo min mogelijk te doen. Op een gegeven moment skipte ik zelfs enkele babyborrels en kinderfeestjes, omdat ik geen zin had om het grote verschil te zien tussen Remus en zijn leeftijdgenoten (én eigenlijk ook veel jongere kindjes). Wanneer je hoort bij anderen dat hun kindje al aan 1 jaar woordjes zegt of wanneer kindjes misschien niet praten maar wel alles heel goed begrijpen, dan steekt het bij mij. Dat was 2 jaar geleden zo en voelt nog steeds zo.
Remus is 3 jaar geworden en begrijpt nog steeds niet zo goed. Hij zegt ook nog geen woorden. Nee, ook geen mama en papa. Dat is helemaal oké. Maar nu is Rhea ook al 1 jaar gepasseerd en het is wel confronterend om te zien hoe anders ze zijn. Of eigenlijk moet ik zeggen: hoe anders Remus is.
Anders
Er zijn veel dingen waarvan ik denk: ‘Ah, doet ze dit nu al?’ Ze zwaait bijvoorbeeld al een tijdje, klapt in de handjes én wijst overal naartoe. Dat heeft Remus nooit echt gedaan. Ze wijst tegenwoordig ook naar wat ze wil hebben: haar tuutje, drinkbeker of het bakje van de televisie. Zeer bewust wijst ze en grijpt ze. Dat is iets dat ik nog niet ervaren heb. En dan begin je vergelijken en word ik somber dat ik zo’n mijlpalen (nog) niet heb bij mijn zoontje, al heeft hij natuurlijk zijn eigen talenten. Maar dat heb je met vergelijken: dan pas begin je de verschillen bewust zien.
Rhea zegt nu ook bewust mama, al doet ze het met mondjesmaat. Ze heeft het nog maar een paar keer gedaan en doet het niet elke dag. Wat ze wel elke dag zegt, zijn woorden zoals “die” en “kijk”. Ze begrijpt wel heel goed. Ze geeft handkusjes als je erom vraagt, toont hoe groot ze is met haar handjes (zoooo groot) en doet nog wel wat dingen op commando.
Ander parcours
Als mama van een kindje met autisme weet je dat het parcours anders is. Er is geen boekje met ontwikkelingen dat je kan volgen, zoals je wel hebt bij een normale ontwikkeling. Je weet niet wanneer iets komt en je vraagt je dan ook vaak af of het wel ooit komt. Al wil je niet wanhopen. Je verlangt enorm naar een diepere band met je kindje en ook hier vraag je je af of het wel komt. Je moet afscheid nemen van het normale, elke dag opnieuw. Zeker als je dus nog een kindje hebt zonder ontwikkelingsvertraging.